Vrij van vervoordeling
Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.
Johannes 3:17
Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten.
Kolossenzen 2:16
Wie wel alles eet, moet hem niet minachten die niet alles eet. En wie niet alles eet, moet hem niet veroordelen die alles eet. God immers heeft hem aanvaard.
Romeinen 14:3
Zomaar een paar teksten over veroordeling…
God veroordeelt je niet! Hij is gekomen om je te behouden. Hij aanvaardt je. Ja, aan het einde van de tijden zullen zij die zich niet met God verzoend hebben veroordeeld worden om hun zonden – en dat terwijl hun zonden vergeven zijn. Want God heeft alle zonden al veroordeeld in het vlees van Jezus. Daarom hoef je je ook niet te laten veroordelen door mensen. En als je er goed van doordrongen bent – als je weet dat je weet – zal dat ook elke neiging om andere mensen te veroordelen wegnemen.
Maar toch hebben (denk ik) veel mensen – ik in elk geval wel – last van veroordeling. Zo’n stemmetje dat je steeds weer vertelt dat jij – of dat wat je doet- niet goed is, dat het altijd beter kan, dat je God, je medemens of misschien wel jezelf teleurstelt. Het drijft je tot allerlei acties tot zelfverbetering. Je wringt je in allerlei bochten om anderen te behagen. En intussen denk je ook nog dat je goed bezig bent, voor zover je jezelf niet te kort voelt schieten, want je werkt immers aan het ontwikkelen en versterken van gewenste eigenschappen. Vaak voel je je zondig en onrein. Je kunt je niet voorstellen dat God van je houdt. Want – en dat is nu het effect van veroordeling – wie kan er nou houden van een zondig mens als ik? “Je bent door en door slecht, hoe kun jíj God nou aanbidden”, zei zo’n stemmetje toen ik een paar jaar geleden aan het vlaggen was in de gemeente, terwijl ik met een ‘grote’ zonde worstelde.
Toen ik al een tijdje met het onderwijs van Andrew Wommack bezig was, en begon te begrijpen dat Jezus de zonden heeft weggedragen en er geen oordeel is voor wie in Christus zijn, dacht ik dat ik vrij was van veroordeling. Ik stemde er verstandelijk mee in, maar dat betekende nog niet dat ik het in mijn hart wist. Dat merkte ik toen ik een keer boos was om wat iemand me had aangedaan. Ik was bij wijze van spreken één en al oordeel Naar die persoon. Maar, “hoe kan ik, als God mij niet veroordeelt, mijn medemens nog veroordelen?” Ik kwam erachter dat ik nog helemaal niet vrij was van veroordeling. Ik wist dat God mijn niet veroordeelt, maar was ik vrij van zelfveroordeling?
Recentelijk had ik hier nog mee te maken. Met andere mensen oordelen. Toen ik aan het afvallen was – mezelf onder anderen koekjes ontzegde – viel me het gedrag van anderen op. Iemand die niet de lichtste is, die vraagt of er ook koekjes zijn “vindt je het gek dat die zo dik is”. De ander die het ene na het andere koekje eet “kan het hem niet schelen dat hij zichzelf dik eet”. Ik schrok van mezelf! Opeens begreep ik ook wat er wellicht omgaat in de mensen door wie ik me – door opmerkingen over mijn gewicht – veroordeeld voelde. Doordat ik met mijn eetgedrag bezig was – om dat te veranderen, ging ik ook op het eetgedrag van anderen in mijn omgeving letten en om dat vervolgens te veroordelen. Toen ik me daarvan bewust werd, ben ik daar gauw mee gestopt. Als iemand elke dag een pak koek wil eten is dat zijn zaak. Iedereen (inclusief de persoon) weet dat dat ongezond is, maar het is niet aan mij om daar over te oordelen!
Je geweten – al dan niet aangejaagd door satan, de aanklager van de broeders – zal je blijven aanklagen. Vorige week schreef ik nog in mijn essay dat ik de griep voelde op komen en dat ik het herkend en bestreden had. De symptomen verdwenen. Deze week was ik verkouden geworden. Gisteren zat mijn hoofd helemaal vol. Ik voelde me gefaald. Eigenlijk schaamde ik me voor de verkoudheid, want “je gaat er toch zo prat op dat je nooit ziek bent, jij met je grote mond, wat komt er nou van terecht, hoezo practice what you preach”. Ik heb gebed gevraagd en vandaag voelde ik me een stuk beter. Ik had alleen nog last van hoofdpijn. Afgelopen vrijdag getuigde ik hoe ik tijdens de verhuizing van mijn zus “in Jezus’ naam stop met regenen” had gezegd en het even later droog was. Terwijl het tot dan toe droog was geweest tijdens het post lopen, regende het die middag – ik moest weer post lopen – en deze middag weer. Maar, prijs God: de hoofdpijn was over! In plaats van dat ik me weer liet veroordelen, was ik in staat om te zien wat ik wel had.
Ik denk dat God het zo bedoeld heeft. Dat Hij wil dat je gefocust bent op de positieve dingen. De Heilige Geest is niet – zoals sommige mensen denken – je geweten. Je geweten klaagt je aan, maar de Heilige Geest laat liefdevol en bemoedigend zien hoe je het anders kunt doen. Toen ik vorige week een aanrijding op de A6 voor me zag plaats vinden, ben ik na even twijfelen doorgereden. Want ja, “wat kan ík nou voor een ander betekenen”. Toen ik van de schrik bekomen was begon mijn geweten te spreken: “fout, slecht, gefaald, af!”, maar de Heilige Geest zei: “je had de mensen kunnen helpen, misschien voor ze kunnen bidden of zelfs genezing bedienen, het hart van God kunnen laten zien. Gemiste kans. Volgende keer beter.” Joram zei later dat God dat ongeluk misschien wel bewust had laten gebeuren. Mijn versie wat dat God niet had gezorgd dat het ongeluk gebeurde, maar misschien wel dat ik erachter reed. Ik zag als het ware voor me hoe God overal Zijn mensen heeft, die Hij wil gebruiken om Zichzelf te openbaren. Ik werd gewoon enthousiast van het idee dat God mij op de juiste tijd op de juist plaats brengt om iets specifieks voor Hem te doen, wat alleen ik kan doen, omdat ik precies dán, precies dáár ben.
Mijn geweten gaf alleen maar een (negatief) oordeel, maar de Heilige Geest bemoedigde me. Wat een verschil! Veroordeling drukt je neer, terwijl God je juist optilt! Als dat zo is, kan God je logischer wijs hoger optillen, maar mate je meer vrij komt van veroordeling. Misschien dat dat wel de sleutel is tot het doorknippen van het spreekwoordelijke touwtje dat me er nog van weerhoudt om ho(o)g(er) te vliegen… Dat belooft nog wat!
Uitgelichte afbeelding: Timon Studler via Unsplash